Rechten van uw kind

De relatie tussen een patiënt en een arts of andere hulpverlener hoort gebaseerd te zijn op wederzijds vertrouwen. Meestal is dat ook zo. Tegelijk wordt deze relatie geregeld door een aantal wettelijke bepalingen. Dat gebeurt in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, kortweg aangeduid als de WGBO. Deze wet heeft niet alleen betrekking op volwassenen. Er zijn ook de rechten in vastgelegd van het kind als patiënt.

Het kind als patiënt

In het normale dagelijkse leven zijn de ouders de wettelijke vertegenwoordigers van het kind dat nog geen 18 jaar is. Dit betekent dat een kind tot die leeftijd onder het gezag van de ouders staat en dat de ouders voor het kind beslissen. Dat ligt anders wanneer het gaat om medische zorg.

Wettelijke vertegenwoordigers

Kinderen worden steeds zoveel mogelijk betrokken bij zaken die hen aangaan, ook in de gezondheidszorg. Net als volwassenen hebben kinderen patiëntenrechten. De ouders zijn de wettelijke vertegenwoordigers van hun kind. Zij vertegenwoordigen de belangen van het kind. Daarbij hebben zij ook plichten. Zo moeten zij hun minderjarige kind verzorgen en opvoeden.

Zij moeten handelen in het belang van het kind en rekening houden met wat hun kind zelf wil en kan. Niet alle kinderen leven samen met beide ouders. Wel is het gezag over het kind geregeld. Dat is toegewezen aan één of beide ouders. De rechter kan ook een voogd benoemen. De ouder die alleen het gezag heeft, is verplicht om met de andere ouder te overleggen over belangrijke gebeurtenissen. Dat geldt ook voor een ingrijpende medische behandeling. In alle gevallen kan de ouder die het gezag niet heeft, informatie krijgen over het kind.

De WGBO onderscheidt drie leeftijdscategorieën en regelt voor elke categorie afzonderlijk de rechten van het kind en die van de ouders.
De drie categorieën zijn:
1. kinderen tot 12 jaar;
2. kinderen van 12 tot 16 jaar;
3. kinderen van 16 jaar en ouder.

Kinderen tot 12 jaar vallen volledig onder de zeggenschap van de ouders.

Bijzondere situaties

Voor bijzondere situaties gelden bijzondere regels. Hierover vindt u meer informatie op de website: www.kindenziekenhuis.nl.

Recht op privacy

In het belang van de behandeling worden door het ziekenhuis allerlei medische en administratieve gegevens over uw kind vastgelegd. Alleen de behandelend arts(en) en medewerkers van het ziekenhuis die betrokken zijn bij de behandeling van uw kind, hebben toegang tot deze gegevens. Zij zijn verplicht tot geheimhouding van gegevens die zij beroepshalve vernemen. Zonder uw toestemming mogen hulpverleners geen gegevens van uw kind doorgeven aan anderen die niet bij de behandeling betrokken zijn. Daarnaast heeft u het recht om onderzocht en behandeld te worden buiten het gezichtsveld van anderen. U kunt ook vragen om een gesprek met uw behandelend arts in een aparte ruimte te voeren.

Recht op klachtenbehandeling

Als u niet tevreden bent over de verzorging en/of behandeling, dan kunt u dat bespreken met de betrokken hulpverleners of de klachtenbemiddelaar. U kunt een klacht ook officieel indienen (schriftelijk) bij de Klachtencommissie. Voor meer informatie over rechten, plichten, klachten en andere manieren om je recht als patiënt te halen, kun je terecht bij Meldpunt Consument en Zorg van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Ze kunnen je ook helpen bij het formuleren en indienen van klachten.

Plicht tot honorering

U moet zorgen voor een financiële regeling die u in staat stelt te betalen voor de verzorging en behandeling. Heeft u geen ziektekostenverzekering dan zijn de kosten voor uw eigen rekening.

Plicht tot medeverantwoordelijkheid

U moet de hulpverlener duidelijk en volledig informeren, zodat deze een goede diagnose kan stellen en een deskundige behandeling kan geven. U bent zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van de adviezen die u van hulpverleners krijgt.

Rechten en plichten van de hulpverlener

De belangrijkste plicht van een hulpverlener is het verlenen van goede zorg. Een hulpverlener heeft hierbij het recht zijn eigen beslissingen te nemen. Op grond van zijn deskundigheid en overtuiging kan een hulpverlener weigeren een behandeling uit te voeren, als hij van mening is dat deze medisch niet noodzakelijk is. Met andere woorden: u kunt niet een bepaalde behandeling afdwingen.


Zie ook: Wettekst Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)