Prematuren Retinopathie (ROP)

ROP is een aandoening in het netvlies van te vroeg geboren kinderen en staat voor retinopathie bij de prematuur. Bij deze aandoening is het netvlies van de ogen beschadigd. (prematuur = vroeggeboorte; retinopathie = netvliesafwijking) In het netvlies treedt dan een verstoring op van de uitgroei van de bloedvaten. Op de plaats van het netvlies waar nieuwe netvliesvaten aangelegd worden, ontstaan dan afwijkende bloedvaten. De afwijkende netvliesvaten trekken aan het netvlies waardoor dit uiteindelijk gedeeltelijk of helemaal los laat. Een zeer bekende prematuur geboren persoonlijkheid met ROP is Stevie Wonder.

De ernst varieert. Door een vroegtijdige behandeling kan volledige blindheid voorkomen worden. Prematuur geboren kinderen die met extra zuurstof zijn behandeld krijgen een aantal keer een ROP onderzoek waarbij de aandoening opgespoord kan worden.

Onderzoek

De afwijkingen in de vaten van het netvlies bij prematuren zijn meestal op te sporen door alle vroeg geboren kinderen die risico lopen te vervolgen. Dat gebeurt met behulp van oogspiegelonderzoek.
De oogarts onderzoekt dan de ogen, waarvan de pupillen verwijd zijn, met een speciale camera (RetCam). Dat gebeurt volgens een bepaald screeningsprotocol. Zichtbare afwijkingen worden extra in de gaten gehouden en als dat nodig is, wordt behandeld.

(Lees verder onder de video)

In Nederland worden de volgende groepen kinderen gescreend op ROP:

  • Kinderen die geboren zijn na een zwangerschapsduur korter dan 30 weken en/of geboren zijn met een geboortegewicht minder dan 1250 gram.
  • Prematuur (te vroeg) geboren kinderen met een zwangerschapsduur tussen de 30-32 weken en/of een geboortegewicht tussen de 1250-1500 gram met een van de volgende risicofactoren:
    • behandeling met kunstmatige ventilatie
    • behandeling met medicijnen voor lage bloeddruk( inotropie)
    • behandeling met corticosteroïden na de geboorte
    • Sepsis
    • Necrotiserende Enterocolitis (NEC)

Hoe korter de zwangerschapsduur en hoe lager het geboortegewicht, hoe groter de kans op ROP. Het eerste oogspiegelonderzoek hoort plaats te vinden 5 weken na de geboorte. Een uitzondering daarop zijn kinderen die geboren zijn bij een zwangerschapsduur korter dan 26 weken. Bij hen vindt het onderzoek plaats als zij eigenlijk een zwangerschapsduur van 31 weken zouden hebben bereikt. De frequentie van de vervolgonderzoeken is afhankelijk van de bevindingen bij het eerste oogspiegelonderzoek. Voor het oogspiegelonderzoek wordt de pupil maximaal wijd gemaakt met oogdruppels. Dikwijls wordt na een verdovende oogdruppel een ooglidspreider ingebracht om het netvlies goed te kunnen bekijken. Het onderzoek is niet gevaarlijk of pijnlijk.

Behandeling

De noodzaak tot behandeling hangt af van een aantal factoren:

  • de plaats van de afwijkende vaten in het netvlies,
  • het stadium van de afwijkingen,
  • de toename van de afwijkingen
  • de aanwezigheid van “plus diseases”

Wanneer ROP wordt geconstateerd zal in eerste instantie gestart het saturatieniveau van uw kindje worden aangescherpt (saturatie 95-100 of scherper). Een goede saturatie kan een positief effect hebben op de verdere ontwikkeling van de bloedvaten. In een verder stadium wordt ROP in principe behandeld met lasertherapie via de pupilopening van het oog. Dat gebeurt onder algehele narcose. Meestal moeten beide ogen behandeld worden. Soms is herhaalde laserbehandeling nodig. In de vergevorderde stadia van ROP wordt geprobeerd om het gezichtsvermogen te behouden door hooggespecialiseerde netvlieschirurgie. Dat gebeurt in een gespecialiseerd centrum. De prognose is helaas toch nog ongunstig.

(lees verder onder de video, engelstalig)

Vooruitzichten verschillende stadia

  • Stadium 1 & 2 zonder “plus disease”. Bij “plus disease” zijn er uitgezette, kronkelende vaten in het achterste gedeelte van het netvlies. Deze stadia leiden niet tot blindheid, maar check-up is nodig om tijdig in te grijpen voor het geval de retinopathie erger wordt.
  • Stadium 3: Hierbij is de plaats in het netvlies en de aanwezigheid van “plus disease” van belang. Bij een bepaalde hoeveelheid neemt de kans op overgang naar stadium 4 en 5 sterk toe.
  • Stadium 4 & 5: Hierbij is er verlies in gezichtsvermogen en in sommige gevallen komt blindheid voor.

Andere problemen die kunnen optreden bij stadium 4 en 5 zijn:

  • Lui oog, waarbij het zicht van een oog beter is dan het andere.
  • Scheelzien.
  • Bijziendheid.
  • Glaucoom, of verhoging van de oogdruk. Dat komt door een slechte afvoer van oogvocht.

Lees ook:
Ben je Couveuseouder? Kom naar onze besloten groep voor lotgenotencontact
Test je kennis met de NeoQuiZ
Steun ons nu financieel, zonder een cent extra uit te geven!


 

Kom je ook naar onze Picknick op zondag 7 mei?