Borstvoeding bij vroeggeboorte

Het mooie van borstvoeding is dat je lichaam weet dat je kindje prematuur is en dat de melk hierop wordt aangepast. Simpel gezegd: de melk voor een premature baby is anders dan die voor een voldragen baby. Borstvoeding is wat makkelijker te verteren voor de maag en darmen die nog niet af zijn. Het verminderd de kans op necrotiserende enterocolitis (NEC), een hevige ontsteking van de darm) en het kan zo zijn dat de voeding via infuus (rechtstreeks in het bloed) sneller kan worden afgebouwd. Ook zitten er vaak extra voedingsstoffen in die speciaal afgestemd zijn op het verder ontwikkelen van de onrijpe hersenen, longen en het darmstelsel.

Het is niet voor alle moeders vanzelfsprekend dat je borstvoeding wilt geven aan je pasgeboren kindje. Het kan zijn dat je het gewoon niet wilt, of dat je het niet kan door ziekte, slechte productie of medicijn gebruik. Als je het wel wilt maar niet lukt of je denkt dat je het niet mag, adviseren wij altijd contact op te nemen met de arts of verpleegkundige van je kindje en de lactatiekundige die werkzaam is in het ziekenhuis waar je kindje ligt. Misschien kunnen zij je meer duidelijkheid geven en hebben ze nog tips om het geven van borstvoeding toch te laten slagen. Heb je op een gegeven moment niet genoeg borstvoeding dan is er ook nog de optie om bij te voeden met een vingerfeederset.

Het geven van borstvoeding staat in het begin vooral in het teken van kolven. In vele gevallen krijgt je kindje de melk via een sonde binnen. In de melk worden vaak stoffen toegevoegd, dit valt onder de moedermelk versterker die we BMF noemen (Breast Milk Fortifier) de melk wordt op deze manier nog beter afgestemd op de voedingsbehoefte van de te vroeg geboren baby. BMF bevat vaak calorieën en eiwitten, en vaak ook kalk, fosfor, vitamine B6, zink, magnesium en koper.

Het kan zo zijn dat je kindje op een gegeven moment uit de borst leert drinken (meestal is dit rond de 34 weken), maar het kan dan ook zo zijn dat dit om wat voor een reden dan ook niet lukt en dat de moeder blijft kolven. Blijft de moeder kolven dan wordt de melk via de fles toegediend. Dit is dubbel werk maar het is wel zo dat ook iemand anders dan de moeder: vader, opa, oma of de oppas de baby kan voeden.

Op veel plekken staat informatie over borstvoeding en borstvoeding bij prematuren. Het is in ieder geval belangrijk dat je ook persoonlijke begeleiding zoekt. Doe dit als je kindje in het ziekenhuis ligt bij de lactatiekundige van het ziekenhuis (ieder ziekenhuis met een afdeling verloskunde zou een lactatiekundige in dienst moeten hebben). En als je thuis bent kan je altijd nog je locale lactatiekundige om advies vragen. Hiervoor kan eventueel een vergoeding vanuit de zorgverzekeraar worden gegeven. Dit valt dan onder lactatiekundige zorg. Je kan ook een consult als kraamcadeau vragen.

Kolf
In een aantal ziekenhuizen wordt er een kolfapparaat op de afdeling beschikbaar gestelt of kan je een kolf huren, is dit niet het geval vraag dan daar aan de lactatiekundige waar je terecht kunt. Vaak is er een thuiszorgwinkel in de buurt waar je terecht kan. Informeer bij je zorgverzekering of je een vergoeding krijgt voor het huren van de kolf. Je kan natuurlijk ook een kolf aanschaffen.  Welke kolf het beste bij je past hangt af van hoe en waar je hem gaat gebruiken. Laat jezelf goed voorlichten voordat je een beslissing maakt. Voor meer informatie over borstvoeding bij prematuren kunt u hier klikken.

Als het toch zo is dat het voeden met moedermelk niet lukt dan is dit jammer, maar wees trots op de poging die je gedaan hebt. In het ziekenhuis krijgt je kindje speciale kunstvoeding als je geen borstvoeding kan geven. Ook is in sommige ziekenhuizen een optie om naar donormelk te vragen (overleg dit met de arts van je kindje). Ook als je ervoor kiest of hebt gekozen om geen borstvoeding te geven is dit geen schande.

Heb je meer behoefte aan informatie van lotgenoten dan kan je terecht op de facebookgroep Borstvoeding en Prematuur“.