Normaal gezien wordt de baby gelijk na de geboorte op de buik van de moeder gelegd. Niet veel later krijgt ook de vader de gelegenheid om voor het eerst de baby vast te houden. Dit zijn hele belangrijke momenten, voor zowel de baby als de ouders. Heel vaak begint juist op dat moment, wanneer de ouders hun baby voor het eerst vasthouden, het moeder/vader gevoel: het gevoel van “Ik ben vader/moeder geworden”.
Te vroeg geboren baby’s (die niet in een optimale conditie of te klein zijn) worden vaak snel naar de afdeling neonatologie gebracht. In een enkel geval hebben de ouders de baby nog even kunnen vasthouden, maar vaak ook niet. Nadat de baby is overgebracht naar neonatologie, is er vaak weinig kans om de baby bij zich te pakken. Hierdoor kan het voorkomen dat de normale ouderlijke gevoelens sterk in de war raken. Het ontbreken van contact kan zelfs leiden tot emotionele problemen bij de ouders. Ook voor de baby is het soms moeilijk. Op de afdeling is onder andere veel lawaai en licht, dit is niet bevorderlijk voor de normale ontwikkeling van het kind.
Ouders krijgen de kans om bij hun kind te zijn en het zoveel mogelijk te verzorgen. Een belangrijke ontwikkeling is het kangoeroeën (of buidelen). De baby wordt hierbij een poosje op de blote borst van de vader of moeder gelegd. Om te zorgen voor rechtstreeks huidcontact tussen ouders en kind, heeft de baby enkel een luiertje aan.
De ouder neemt eerst een ontspannen houding aan op een stoel of bed, waarna de baby op de borst wordt gelegd. Beide worden toegedekt met een deken. Omdat de temperatuur van de ouder voldoende is om de baby warm te houden, is er geen risico op afkoeling.
Hoe lang de ouder met het kindje kan kangoeroeën hangt van het één en ander af. Een half uur is wel een minimum, gezien de tijd die soms nodig kan zijn voor de installatie. Bij baby’s die zijn verbonden met veel instrumenten en apparaten is het kangoeroeën wat omslachtig, omdat het al gauw een tiental minuten kan duren voordat de baby op de borst ligt. Hoe lang de baby blijft liggen, hangt van de baby af, maar ook van het uithoudingsvermogen van de ouder. Zodra de baby meer zelfstandig wordt en ook gemakkelijker gehanteerd kan worden, kunnen ouder en kind vaker kangoeroeën.
Zodra de baby zich op de blote borst van de ouder heeft genesteld, kan hij zeer alert zijn. Na een poosje valt de baby heerlijk ontspannen in slaap en heeft het een regelmatige en diepe ademhaling.
Via: nieuws.vtm.be
Voorwaarden voor het buidelen
Bijna alle baby’s komen voor de kangoeroe-methode in aanmerking. Enkele voorwaarden zijn:
- De baby moet het kangoeroeën prettig vinden en kunnen verdragen. Sommige baby’s reageren afwijzend zodra ze worden aangeraakt. Vaak verdwijnt dit wel, maar zolang een baby afwijzend reageert, is het beter het kindje met rust te laten.
- De baby moet stabiel zijn. Voornamelijk betekent dit, dat de baby een behoorlijke ademhaling en hartslag moet hebben. Zolang de hartslag en ademhaling nog snel ontregeld raken en doorlopend moeten worden gecontroleerd met een monitor, en zolang de toediening van medicatie moet worden bijgestuurd, is het kangoeroeën nog onmogelijk.
- Normaal vormt de beademing met extra zuurstof, een druppelinfuus of een eenvoudige controle met de monitor geen hinderpaal om de kangoeroe-methode uit te voeren. Voorwaarde is wel, dat ze afzonderlijk voorkomen. Worden ze tegelijkertijd toegepast, dan is het kangoeroeen moeilijker uit te voeren.
De voordelen van buidelen
Het kangoeroeën is zeer veilig en zou zelfs bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van de baby. Daarbij kun je denken aan het volgende:
- Zolang de baby te klein is om te zuigen, kan de moeder haar melk afkolven. Dit kan aan de baby worden gegeven. Het lijkt erop dat baby’s die met hun ouders kangoeroeën een betere en vlottere overgang hebben van sondevoeding naar borst- of flesvoeding.
- Bij veel te vroeg geboren baby’s is het ademhalingscentrum nog niet volgroeid. Voor deze baby’s betekent dat dat zij voortdurend gecontroleerd worden op te lange ademstilstanden. Deze baby’s krijgen vaak ook extra zuurstof toegediend. Bij baby’s die vaak worden opgepakt, lijkt het erop dat de ademhaling zich sneller ontwikkelt. De bewegingen van de ouder (zowel de adem, als andere bewegingen) stimuleren de ademhaling en lijken ademstilstanden te kunnen voorkomen. Het vermoeden bestaat dat de kunstmatige beademing eerder kan worden gestopt, omdat ook het adempatroon van de baby regelmatiger wordt.
- De baby krijgt bij het kangoeroeën extra stimulansen, het kan oogcontact maken, de handjes kunnen de huid en haren op de borst van de vader of moeder onderzoeken. De baby ruikt de lichaamsgeur van de ouder en kan de melk proeven, als dit uit de tepel drupt. De baby wordt geknuffeld en geaaid. Hierdoor lijken de zintuigen van de baby sneller tot ontwikkeling te komen.